De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Onder opvoeding en verzorging valt naast het geven van voeding
en kleding, bijvoorbeeld de keuze van de woonplaats, de schoolkeuze, de toestemming voor medische behandeling en het aanvragen van reisdocumenten. Het beheer van de financiën van de minderjarige is ook onderdeel van het gezag. Bij onenigheid over de uitoefening van het gezag, kan men het geschil aan de rechter voorleggen. Uitgangspunt is
dat het gezag wordt uitgeoefend in het belang van het kind.