In veel langstlevende testamenten wordt het erfdeel van de langstlevende partner op 1% gezet. Dit lijkt op een onterving van de langstlevende die normaal ook een kindsdeel krijgt. Door de 1% erfstelling is de langstlevende partner wel erfgenaam en geniet deze ook van de verzorgingsgedachte die uitgaat bij een langstlevende testament op basis van de de wettelijke verdeling. De langstlevende kan ondanks de 1% erfstelling namelijk beschikken over de hele nalatenschap. Alles wat naar de partner gaat is een dubbele vererving (vaak niet belast vanwege de hoge partnervrijstelling). Door het erfdeel zo klein mogelijk te maken worden de vorderingen van de kinderen groter. Het erfdeel wordt op vaak op 1% gezet om erfbelasting te besparen of te starten met een flexibel uitgangspunt. In het laatste geval wordt er ook een afvullegaat opgenomen voor de langstlevende die daarmee de erfdelen kan beïnvloeden en daarmee dus ook de verschuldigde erfbelasting.